Rechten en plichten bij huur woonruimte

Rechten en plichten bij huur van woonruimte?

Huurder en verhuurder hebben rechten en plichten ten opzichte van elkaar.
Een paar zaken die vaak tot onenigheid lijden zijn betaling van de huurprijs en oplevering bij het einde van de huurovereenkomst.

De huurder is verplicht om tijdig de huurprijs te betalen. Tegenover de verplichting de huurprijs te betalen staat de verplichting van de verhuurder om de huurder het rustig woongenot te verschaffen. Rustig woongenot wil zeggen dat de huurder de woning behoorlijk kan bewonen. Hieronder wordt ook verstaan dat de huurder geen overlast van anderen (bijvoorbeeld buren) hoeft te accepteren.

Betaalt een huurder niet op tijd dan kan de verhuurder bij de kantonrechter vragen om de huurder te veroordelen de huur alsnog te voldoen. Hierbij kan ook gevorderd worden dat de huurder rente en kosten moet vergoeden. De verhuurder de kantonrechter ook vragen om de huurovereenkomst te ontbinden. Vaak vindt de kantonrechter een achterstand van drie maanden hiervoor voldoende, maar soms zijn er uitzonderingen waarbij de kantonrechter anders oordeelt. De kantonrechter in Dordrecht vond bijvoorbeeld vijf maanden achterstand niet voldoende voor een ontruiming, nu de verhuurder wist dat de huurster problemen had met het verkrijgen van huursubsidie en de verhuurder behulpzaam had moeten zijn. Wel werd de huurster uiteraard veroordeeld om de achterstand te voldoen.

Bij het einde van de huur moet de huurder de woning weer aan de verhuurder ter beschikking stellen. Als tussen de huurder en verhuurder een beschrijving is opgemaakt (opnamestaat), dan moet de huurder de woning opleveren in de staat zoals die beschreven is. Alleen de opmerking in de huurovereenkomst dat de woning “in goede staat is ontvangen” of “in goede staat van onderhoud is opgeleverd” is niet aan te merken als een beschrijving.

Is er geen beschrijving gemaakt, dan wordt er van uit gegaan dat de huurder de woning heeft ontvangen zoals deze bij het einde van de huurovereenkomst is. De verhuurder zal het tegendeel moeten bewijzen. Dit betekent niet dat de huurder er zo maar een puinhoop van kan maken. De huurder moet het gehuurde volgens de wet wel zo opleveren dat er geen kleine reparaties meer nodig zijn.

Ontslag